HORTENSE de BEAUHARNAIS

DAUGHTER OF AN EMPRESS
QUEEN OF HOLLAND
MOTHER OF AN EMPEROR

zaterdag 23 april 2011

Easter eggs in Napoleon's kitchen

Celebrated Belgian chocolatier is making Easter eggs in Napoleon's former kitchen.
Dominique Persoone has opened a new shop in a renovated 18th century palace after extensive restoration.
To celebrate the link to Napoleon, Persoone created a chocolate calendar with eight different chocolates of Napoleon's eight mistresses.

vrijdag 15 april 2011

Duc de Morny


Charles Auguste Louis Joseph Demorny/de Morny, 1st Duc de Morny (15–16 September 1811 in Switzerland – 10 March 1865 in Paris) was a French statesman. He was the natural son of Hortense de Beauharnais (wife of Louis Bonaparte, and queen of Holland) and Charles Joseph, comte de Flahaut, and therefore half-brother of Emperor Napoleon III. He was born in Switzerland,[1] and his birth was duly registered in a misleading certificate which made him the legitimate son of Auguste Jean Hyacinthe Demorny, born in Paris on 23 October 1811,[2] and described as a landowner of St. Domingo. M. Demorny was in fact an officer in the Prussian army and a native of St. Domingo, though he owned no land there or elsewhere.

Lettres

Lettre d'Hortense de Beauharnais à son frère Eugène
16 juillet 1805 , Saint-Amand


Il y a quelques jours que je suis aux boues de Saint-Amand, mon cher Eugène ; c'est un pays bien triste ; je n'ai avec moi que Mlle Cochelet et Mlle de Mornay, qui est sous-gouvernante. J'espère qu'Adèle viendra bientôt, mais, comme l'Impératrice est de retour, j'ai bien peur qu'Eglé aille tout droit à Paris et peut-être à Plombières avec maman.


Le général Belliard doit venir prendre les boues ici ; dis-moi franchement ce que tu penses de lui, car je sais qu'il pense un peu à Adèle, quoiqu'il lui ait beaucoup déplu l'hiver dernier. J'espère qu'en le voyant de plus près, elle se déciderait peut-être à l'épouser. Il est temps du moins qu'elle se marie ; j'avais pensé au général Bertrand, mais je ne sais pas quelles sont ses intentions.


L'Empereur a écrit hier à Louis ; il le charge de me dire que tu te portes bien, que tu travailles beaucoup, mais qu'il faut que je t'écrive des lettres gaies et non pas tristes. Est-ce qu'il aurait vu mes lettres ? Dis-moi, je t'en prie, pourquoi il m'a fait dire cela.


Je voudrais aussi te recommander ce pauvre M. Beaufond qui est bien malheureux. Louis lui donnait trois mille francs par an, mais c'était bien peu pour vivre à Paris avec son petit ménage ; si tu pouvais lui faire avoir une petite place, soit même de concierge, dans une des maisons royales, avec les mêmes appointements et logé il serait fort heureux.


Adieu, mon cher Eugène ; malgré tes grandes occupations, tâche, je te prie, de trouver un petit moment pour m'écrire.


Donne-moi un peu le détail de ta journée ; quand je penserai à toi, que je saches au moins où tu te trouves.


Hortense
P.S. Napoléon t'embrasse


charles-de-flahaut.fr/lettres/Hortense/

La reine Hortense (miniature par Isabey / Collection Lansdowne)

La reine Hortense (miniature par Isabey / Collection Lansdowne)
 
 
Hortense, enfant (pastel attribué à Boze)



Musée d'Avignon - Ph.Bulloz

zaterdag 2 april 2011

Napoleonjaar

De ontvangst die keizer Napoleon ten deel viel toen hij in het najaar van 1811 Nederland bezocht, was heel behoorlijk. De onderdanen in het recent bij Frankrijk ingelijfde lage land gaven hun nieuwe vorst een gepast –en prijzig– eerbetoon. En dat terwijl ze als een vis op het droge naar adem hapten.

In 1811 stond Napoleon op het toppunt van zijn macht. Hij heerste als ”verlicht despoot” over een groot deel van Europa. Rusland, Elba en Waterloo lagen nog in het verschiet. De Nederlandse Republiek was een aantal jaren eerder, in 1795, veroverd door Franse troepen met hulp van Nederlandse patriotten. Tot 1806 bleef de Bataafse Republiek (zoals Nederland in deze periode werd genoemd) formeel onafhankelijk van Frankrijk, maar in werkelijkheid trokken de Fransen aan de touwtjes.

In 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland, en werd Nederland een koninkrijk. Hiermee werd de grondslag gelegd voor de latere monarchie. In 1810 zette Napoleon zijn broer alweer af en lijfde hij Nederland in bij het Franse keizerrijk. Toen Napoleon een jaar later naar Nederland kwam, bezocht hij dus feitelijk slechts de noordelijke departementen van het immense keizerrijk. De reis begon op 24 september in Zeeland en eindigde op 31 oktober in de Brabantse vestingstad Grave. Hij reisde van Zeeland naar Texel en van de westkust tot aan de grens met Duitsland.

Het was geen beleefdheidsbezoek van de keizer. Napoleon wilde in de eerste plaats laten zien wie de baas in de Nederlandse gewesten was. Ooggetuigen zagen hem in Amsterdam op zijn witte paard binnenrijden, gevolgd door 73 hoogwaardigheidsbekleders en niet minder dan 6000 militairen. En om maar meteen duidelijk te maken dat er met hem niet viel te spotten, voerde de keizer enkele honderden Spaanse krijgsgevangenen mee.

Het machtsvertoon was begrijpelijk. Ondanks de beleefde ontvangst hadden de Hollanders het niet zo op Napoleon. In Amsterdam en elders waren al langere tijd opstandige krachten tegen de Franse overheersers actief. Koning Lodewijk Napoleon trad volgens zijn broer de keizer veel te zachtzinnig op tegen zijn muitende onderdanen en dat was ook de reden dat hij begin 1810 werd ontslagen.

De halsstarrigheid van veel Hollanders was intussen niet zonder reden. Napoleons grote vijand in West-Europa was Engeland. Aanvankelijk beschouwden de Europese staten Napoleon als sterke man die de onrust na de Franse Revolutie kon bedwingen. Door zijn veroveringsdrang werd de keizer echter algauw alom gewantrouwd en kreeg hij steeds meer vijanden. Engeland, Rusland, Zweden, het Heilige Roomse Rijk, Oostenrijk en Napels verklaarden Frankrijk in 1805 de oorlog. Op 2 december van dat jaar had de Slag bij Austerlitz of de ”Driekeizerslag” plaats, waarbij een gecombineerde strijdmacht van 89.000 Russische en Oostenrijkse soldaten werd verslagen door 73.000 Franse soldaten onder bevel van Napoleon. Het gevolg was dat Oostenrijk en Rusland vrede sloten met Frankrijk.

Napoleon zorgde er met zijn ”continentaal stelsel” voor dat alle handel tussen het Europese continent en Groot-Brittannië voortaan werd verboden. Dat laatste pakte voor het handeldrijvende Holland uiteraard zeer nadelig uit, vooral omdat Engeland op zee oppermachtig was en er ook geen schepen meer in de haven van Amsterdam konden komen. Bovendien had Engeland de koloniën van de Nederlanders ingepikt. Hoewel voortdurend werd geprobeerd de handelsbeperkingen te omzeilen, lagen de Lage Landen algauw als een vis op het droge naar adem te happen.

Napoleon had daar nauwelijks oog voor. Hij dacht eerder dat de zuinige Hollanders hem voor de gek probeerden te houden en minder aan de staat afdroegen dan ze zouden kunnen. De keizer kastijdde ze met schorpioenen. Om een eventuele aanval van Engelse zijde af te slaan, was hij van plan om duizenden jonge arbeidskrachten aan de toch al zwaar getroffen economie te onttrekken en te laten dienen in het leger en bij de marine. Dat was de tweede reden van Napoleons bezoek aan Nederland.

Vanuit strategisch oogpunt was Nederland (Napoleon sprak van „een aanslibbing van Frankrijk”) belangrijk voor de verdediging van het vasteland van Europa. Eerder had de keizer al tegen zijn broer (toen nog koning) Lodewijk Napoleon gezegd dat hij Nederland ooit bij Frankrijk zou inlijven. „Ik zal u niet met rust kunnen laten en heb een uitgestrekte kust nodig om Engeland te bestrijden.”

Op oorlog zaten de uitgeknepen Hollanders al helemaal niet te wachten, maar Napoleon had zich vastgebeten in de overtuiging dat Engeland op de knieën gedwongen moest worden, koste wat het kost. De derde reden van zijn bezoek aan Nederland was dat hij de verdedigingswerken –havens, kampementen, forten, zeewerken– in het gebied wilde inspecteren. Hij volgde een grillige route door de Lage Laden die hem langs de meest strategische plekken –met name langs de kust en rond de Zuiderzee– bracht.

Op 9 oktober arriveerde de keizer in Amsterdam (”Derde Stad van het Keizerrijk”). Onder de toegestroomde inwoners bevond zich de 16-jarige Willem de Clercq, de latere voorman van het Reveil. De Clercq hield al sinds 1801(!) een dagboek bij en deed ook van het bezoek van de keizer aan Amsterdam uitgebreid verslag. Niet dat hij zulke warme gevoelens koesterde voor de keizer, maar hij wilde de man wel eens zien die zich had opgewerkt „van een gewoon burger tot de bezitter van de machtigste troon van Europa, de veroveraar van Egypte, Austerlitz en Jena.” Het enthousiasme van zijn medestedelingen kon hem niet bekoren. „Dat waren dezelfde Hollanders die [...] hebben geapplaudisseerd voor de prins van Oranje, die de carmagnole hebben gedanst op de Dam, die toestemden in de machtsverheffing van Schimmelpenninck, die ”leve de koning” hebben geschreeuwd, en nu ”leve de keizer” schreeuwen. Zo zijn de mensen en zo zullen ze altijd blijven.” Burgemeester Willem Joseph van Brienen ging erg ver in zijn enthousiasme. Hij sprak na afloop van het keizerlijke bezoek de overtuiging uit dat het voor de inwoners van Amsterdam „voor altoos een der genoeglijkste herinneringen” zou zijn. Spontaan doopte hij de Dam om tot Place Napoleon. Toch geloofde De Clercq dat de meeste van zijn stadgenoten, net als hijzelf, slechts door nieuwsgierigheid werden gedreven.

In ieder geval was het twee jaar geleden gedaan met het ontzag voor Napoleon. In augustus 1813 liep de veldtocht tegen Rusland uit op een verpletterende nederlaag voor Frankrijk. Half november verlieten de Franse troepen Amsterdam.

De onderdrukte woede van de bevolking kwam tot een ontlading. Doelwit waren vooral de gehate douanehuisjes, die een cruciale rol speelden bij het toezicht op de naleving van de boycot tegen Engeland. Nederland kon herademen

het Napoleonjaar 2011



Den Helder – Ter gelegenheid van het Napoleonjaar wordt in 2011 zes keer het tijdschrift “Napoleon in Nederland 1811-201” uitgegeven. Dit magazine staat geheel in het teken van het bezoek van Napoleon aan ons land. Vrijdag vindt de presentatie plaats van de tweede editie, die over het bezoek aan Den Helder en Texel gaat.

In 1811 bezocht keizer Napoleon tussen 24 september en 31 oktober zijn nieuwe onderdanen op voorheen Hollands, sinds 1810 Frans grondgebied. Voor Den Helder, door Napoleon ‘Gibraltar van het noorden’ genoemd en Texel, had Napoleon grootse plannen. Die gingen niet door, vanwege zijn ondergang bij Waterloo.

Napoleon in Nederland 1811-2011 is een combinatie van een historisch tijdschrift en een reisgids. In elk nummer is een kaart opgenomen met de plekken die nog steeds herinneren aan Napoleons aanwezigheid en de moeite waard zijn om te bezoeken.

Op vrijdag 25 maart om 17.00 uur ’s middags wordt het tweede tijdschrift gepresenteerd in Nogal Wiedus aan de Zeeweg 6. Tijdens een borrel, onder de klanken van een Franse accordeonist, wordt “Napoleon in Nederland 1811-2011 # 2” in ontvangst genomen door de organisatoren van “Den Helder 200 jaar na Napoleon”.

Napoleon in Nederland 1811-2011 is een uitgave van Stichting ThemaTijdschriften. Stichting ThemaTijdschriften heeft een samenwerking gerealiseerd met het Nationaal Historisch Museum. Napoleon in Nederland 1811-2011 wordt onderdeel van de Maand van de Geschiedenis in 2011 en zal daarin prominent naar voren komen.

'Je mag niet zomaar een achternaam kiezen' - Binnenland - AD

Achternaam verplicht sinds 1811De burgerlijke stand ontstond eind achttiende eeuw in Frankrijk, in het kader van de scheiding van Kerk en Staat na de Franse revolutie. In Nederland werd het ingevoerd toen het Koninkrijk Holland onderdeel van het Franse keizerrijk werd. Op 18 augustus 1811 stelde keizer Napoleon Bonaparte iedere burger verplicht om een vaste achternaam te kiezen. 'Je mag niet zomaar een achternaam kiezen' - Binnenland - AD

LinkWithin

Related Posts with Thumbnails

Mode

Mode

Mode

Totaal aantal pageviews