Château Malmaison is een Frans landhuis gelegen in de buurt van Parijs in de regio Île-de-France. Het is vooral bekend als de woning van Napoleon I en zijn vrouw Joséphine de Beauharnais. Het museum Musée des châteaux de Malmaison et de Bois-Préau maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux.
Geschiedenis
In de zesde eeuw stond op de plaats van het huis al een koninklijke villa, met de naam mala-mansio, die eigendom was van een zoon van de Frankische koning Clovis I. In het begin van de 17e eeuw werd het landhuis zoals wij dat nu kennen gebouwd.
De echtgenote van Napoleon I, de latere keizerin Joséphine de Beauharnais woonde er in de buurt. Zij besloot het huis te kopen. Ten tijde van de aankoop in april 1799 was Napoleon nog gewoon generaal en op veldtocht in Egypte. Joséphine kocht het huis voor 300.000 geleende francs en had daarmee de verwachte buit uit Egypte alvast uitgegeven. Napoleon was na terugkomst not amused want het pand moest ook nog dringend gerenoveerd worden. Malmaison is Frans voor slecht huis.
In december 1799 kwam Napoleon via een staatsgreep aan de macht. Hij was nu in staat om de lening af te betalen en woonde samen met Joséphine in Malmaison. Feitelijk was Napoleon nu eigenaar van de woning. Officiële zaken handelde hij af in de Tuilerieën. Bij de zeldzame gelegenheden dat Napoleon in de Nederlanden verbleef woonde hij in het Kasteel van Laken
The Salon Doré in the Château Malmaison
De Rozenkeizerin
Toen Napoleon, om politieke redenen, in 1809 van Joséphine scheidde schonk hij haar Malmaison. Zij kreeg verder een jaargeld van 5 miljoen francs en had nu voldoende financiële middelen om het huis op te knappen.
Door de architecten Charles Percier en Pierre Fontaine werd het landhuis compleet herbouwd. Vooral de Rozentuin van Malmaison, waar alle in die tijd bekende rozen stonden, is tot op de huidige dag befaamd. De schilder Pierre-Joseph Redouté gebruikte de rozen als onderwerp voor zijn schilderijen en Joséphine verdiende er haar eretitel, de Rozenkeizerin, mee.
Op Malmaison ontving ze een aantal prominenten, zoals de latere keizers Napoleon III van Frankrijk (haar kleinzoon), tsaren Alexander I en Nicolaas I van Rusland en Wilhelm I van Duitsland.
The Council Room.
It was on this spot on the first floor that Napoleon had his bedroom. The present state of the room dates back to the opening of the apartment to the public in 1969. The bed (Jacob-Desmalter, 1806) was Eugène de Beauharnais's in the Tuileries and the remaining furniture (Jacob-Frères) comes from the First Consul's office in the Tuileries and his bedroom in Saint-Cloud. The seats are covered with yellow cashmere bordered with black galloons so as to match the description in the Inventory of 1814. The Victory on the guéridon that which held the statue of the emperor at the top of the Vendôme column.
Na Joséphine
Na haar dood in 1814 erfde haar zoon uit haar eerste huwelijk Eugène de Beauharnais Malmaison. Na de Slag bij Waterloo woonde Napoleon op Malmaison, in afwachting van zijn verbanning naar Sint-Helena.
De weduwe van Eugène verkocht Malmaison in 1828 aan de Zweedse bankier Jonas Hagerman. In 1842 kwam het huis in bezit van koningin Christine van Spanje, weduwe van Koning Ferdinand VII, die er ging wonen om het vervolgens in 1861 aan Napoléon III, de kleinzoon van Joséphine, te verkopen.
Tijdens en na de Frans-Duitse Oorlog van 1870 werd het gebouw beschadigd. Onder ander door dat er soldaten gehuisvest waren. In 1877 verkocht de staat het aan een makelaar die de grond rond om het huis verkavelde en stukjes grond verkocht. In 1896 kocht Daniel Iffla Osiris het kasteel met het dan nog maar 6 ha grote park.
Sinds 1904 is Malmaison eigendom van de Franse staat en is er een museum ter nagedachtenis aan Napoleon (en Joséphine) gehuisvest.
This painting/postcard by Edwin Foley is of Napoleon's office at Malmaison.
Geschiedenis
In de zesde eeuw stond op de plaats van het huis al een koninklijke villa, met de naam mala-mansio, die eigendom was van een zoon van de Frankische koning Clovis I. In het begin van de 17e eeuw werd het landhuis zoals wij dat nu kennen gebouwd.
De echtgenote van Napoleon I, de latere keizerin Joséphine de Beauharnais woonde er in de buurt. Zij besloot het huis te kopen. Ten tijde van de aankoop in april 1799 was Napoleon nog gewoon generaal en op veldtocht in Egypte. Joséphine kocht het huis voor 300.000 geleende francs en had daarmee de verwachte buit uit Egypte alvast uitgegeven. Napoleon was na terugkomst not amused want het pand moest ook nog dringend gerenoveerd worden. Malmaison is Frans voor slecht huis.
In december 1799 kwam Napoleon via een staatsgreep aan de macht. Hij was nu in staat om de lening af te betalen en woonde samen met Joséphine in Malmaison. Feitelijk was Napoleon nu eigenaar van de woning. Officiële zaken handelde hij af in de Tuilerieën. Bij de zeldzame gelegenheden dat Napoleon in de Nederlanden verbleef woonde hij in het Kasteel van Laken
The Salon Doré in the Château Malmaison
De Rozenkeizerin
Toen Napoleon, om politieke redenen, in 1809 van Joséphine scheidde schonk hij haar Malmaison. Zij kreeg verder een jaargeld van 5 miljoen francs en had nu voldoende financiële middelen om het huis op te knappen.
Door de architecten Charles Percier en Pierre Fontaine werd het landhuis compleet herbouwd. Vooral de Rozentuin van Malmaison, waar alle in die tijd bekende rozen stonden, is tot op de huidige dag befaamd. De schilder Pierre-Joseph Redouté gebruikte de rozen als onderwerp voor zijn schilderijen en Joséphine verdiende er haar eretitel, de Rozenkeizerin, mee.
Op Malmaison ontving ze een aantal prominenten, zoals de latere keizers Napoleon III van Frankrijk (haar kleinzoon), tsaren Alexander I en Nicolaas I van Rusland en Wilhelm I van Duitsland.
The Council Room.
It was on this spot on the first floor that Napoleon had his bedroom. The present state of the room dates back to the opening of the apartment to the public in 1969. The bed (Jacob-Desmalter, 1806) was Eugène de Beauharnais's in the Tuileries and the remaining furniture (Jacob-Frères) comes from the First Consul's office in the Tuileries and his bedroom in Saint-Cloud. The seats are covered with yellow cashmere bordered with black galloons so as to match the description in the Inventory of 1814. The Victory on the guéridon that which held the statue of the emperor at the top of the Vendôme column.
Na Joséphine
Na haar dood in 1814 erfde haar zoon uit haar eerste huwelijk Eugène de Beauharnais Malmaison. Na de Slag bij Waterloo woonde Napoleon op Malmaison, in afwachting van zijn verbanning naar Sint-Helena.
De weduwe van Eugène verkocht Malmaison in 1828 aan de Zweedse bankier Jonas Hagerman. In 1842 kwam het huis in bezit van koningin Christine van Spanje, weduwe van Koning Ferdinand VII, die er ging wonen om het vervolgens in 1861 aan Napoléon III, de kleinzoon van Joséphine, te verkopen.
Tijdens en na de Frans-Duitse Oorlog van 1870 werd het gebouw beschadigd. Onder ander door dat er soldaten gehuisvest waren. In 1877 verkocht de staat het aan een makelaar die de grond rond om het huis verkavelde en stukjes grond verkocht. In 1896 kocht Daniel Iffla Osiris het kasteel met het dan nog maar 6 ha grote park.
Sinds 1904 is Malmaison eigendom van de Franse staat en is er een museum ter nagedachtenis aan Napoleon (en Joséphine) gehuisvest.
This painting/postcard by Edwin Foley is of Napoleon's office at Malmaison.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten